Terug naar alle nieuwsberichten

Waarom lichaamsgewicht niets zegt

March 25, 2021

Je gewicht zegt niets over je gezondheidstoestand.

Je lichaamsgewicht, of het resultaat van een weging, dat in kilogram op de weegschaal verschijnt, is de optelsom van (kilo)grammen lichaamsvet + spiermassa + lichaamswater.

Helaas maakt een ‘gewone’ weegschaal geen onderscheid tussen deze componenten en zegt ze dus niets over de onderlinge verhoudingen. Daarom is het interessanter om een meting of weging uit te voeren met een toestel dat iets zegt over de lichaamssamenstelling.

 

De drie onderdelen

Het lichaamsvetpercentage is de hoeveelheid lichaamsvet t.o.v. het totale lichaamsgewicht. Hoe hoger deze waarde, hoe hoger het risico op diabetes type II en hart- en vaatziekten. Vrouwen maken makkelijker vetmassa aan dan mannen en dit manifesteert zich ook in deze percentages.

Welk zijn gezonde vetpercentagewaardes voor vrouwen/mannen?

  • tussen 20 en 39 jaar: 21% tot 33% / 7% tot 20%
  • tussen 40 en 59 jaar: 23% tot 34% / 10% tot 22%
  • tussen 60 en 79 jaar: 24% tot 36% / 12% tot 25%

Bovendien is het van belang te weten waar het vet zich precies bevindt. Visceraal vet zit rond de vitale buikorganen om deze te beschermen. Hoe groter het aandeel visceraal vet, hoe groter de kans op ernstige gezondheidsproblemen. Een score tussen 1 en 12 staat voor een ‘gezond’ niveau van visceraal vet. Een waarde tussen 12 en 59 geeft aan dat een wijziging aan het voedings- en/of beweegpatroon noodzakelijk is.

De spiermassa is de som van de gewichten van de gladde spieren, skeletspieren en van het vocht in deze spieren t.o.v. het totale lichaamsgewicht. Mannen hebben tussen 40% en 48% spiermassa; vrouwen tussen 36% en 44%.

Het totaal lichaamswater is de totale hoeveelheid vocht in het lichaam, uitgedrukt als een percentage van het totale gewicht. Gemiddeld ligt het lichaamsvochtpercentage bij vrouwen tussen de 45% en 60%; bij mannen tussen de 50% en 65%.

 

Metingen van de lichaamssamenstelling

Het meten van de lichaamssamenstelling is zinvol om een evolutie te zien in de verhoudingen. We kunnen hiermee evalueren in welke mate een behandeling het juiste effect heeft en welke aanpassingen er nodig zijn in het behandelplan. Welke metingen of analyses zijn er beschikbaar?

 

1/ De Body Mass Index (BMI) is een formule waarbij -met de verhouding gewicht/lichaamslengte- een inschatting wordt gemaakt van het gezondheidsrisico van je lichaamsgewicht. Je BMI zegt eigenlijk of je gewicht bij je lengte past, maar houdt geen rekening met de verhouding spier-/vetmassa.

Een duidelijk voorbeeld: Een sedentaire persoon van 1m75, met een te hoge vetmassa, weegt 110 kg. Een andere persoon, een sportieveling van 1m75 met een getraind lichaam en een erg grote spiermassa, weegt ook 110 kg. Beiden hebben een te hoge BMI. Bij de eerste is dit inderdaad een alarmsignaal dat wijst op nood aan interventies op het vlak van voeding en/of beweging. In het tweede verhaal is de BMI ook te hoog, maar is er geen gezondheidsrisico. Deze hoge waarde is immers te wijten aan de grote hoeveelheid spieren. Vandaar is enige nuance belangrijk bij de interpretatie van BMI.

 

2/ Het meten van de middelomtrek met een meetlint gebeurt t.h.v. de middellijn tussen de onderste rib en de bovenkant van het bekken. Het is een correcte manier om de hoeveelheid vet in de buikholte te meten. Dit maakt het mogelijk een verhoogd gezondheidsrisico (hart- en vaatziekten en diabetes type II) op te sporen.

Wat geeft de middelomtrek aan voor vrouwen/mannen?

  • < 68 cm / < 79 cm: risico op ondervoeding
  • 68-80 cm / 79-94 cm: gezonde waarden
  • 80-88 cm / 94-102 cm: verhoogd risico op o.a. hart- en vaatziekten
  • > 88 cm / > 102 cm: sterk verhoogd gezondheidsrisico

 

3/ De Bio-impedantiemeting geeft zicht op de verhouding vetmassa/vetvrije massa. In mijn praktijk gebruik ik de techniek die zowel boven- als onderlichaam analyseert. Hoe werkt het?

 

 

Met behulp van een bio-impedantieweegschaal wordt een veilig, elektrisch signaal door je lichaam gestuurd. Je staat op de weegschaal met de voeten op de onderste elektroden en de handen rond de elektroden op het buisvormige handvat. Het signaal vertrekt van onderuit, gaat door de benen naar de maag en keert terug via de benen. De opgemeten weerstand bij deze geleiding geeft een zeer goeie inschatting van je lichaamssamenstelling.

Dankzij deze meting kan ik je waarden voor lichaamsvocht, vetpercentage en spiermassa mooi opsplitsen.

 

4/ De onderwaterweging kan ook een inschatting geven van je lichaamssamenstelling, in de zin dat ze je iets leert over je vetmassa. De techniek gaat uit van het principe dat vet drijft, omdat het lichter is dan water. Botten en spieren zinken, omdat ze iets zwaarder zijn dan water. Het drijfvermogen zegt bijgevolg iets over de verhouding vetmassa/overige weefselmassa.

De beperkingen? Deze techniek is niet haalbaar in een praktijkcontext, houdt geen rekening met gassen in de longen en darmen, met botdichtheid, met vetconcentratie (visceraal of niet), en kan onbetrouwbaar zijn t.g.v. de watertemperatuur bvb.

 

5/ Dexa-scan staat voor Dual Energy X-ray Absorptiometry scan. Dit toestel maakt gebruik van röntgenstralen om de lichaamssamenstelling te meten. Je ligt op een soort tafel, waarbij een scanner elk lichaamsdeeltje scant en zo het lichaam in detail analyseert.

Dit is de meest precieze manier om een beeld te krijgen van het vetpercentage, de spiermassa en de botdensiteit. Het is financieel een zeer grote investering en wordt bijgevolg niet uitgevoerd in een privé-praktijk setting.

 

Lees meer in https://www.runningandmore.be/sportvoedingsadvies/