Terug naar alle nieuwsberichten

Goede voornemens en het placebo-/nocebo-effect

January 20, 2023

New year, new me – zo klinkt het keer op keer. Goede voornemens lijken een uitstekende manier om het jaar in te zetten, maar wat als die meer schaden dan baten?

Wat we beogen met ‘goede voornemens’, is het proberen vormen van goeie gewoontes.
An sich niets verkeerd hiermee: goed om doelen voor jezelf te zetten en het beste uit jezelf te willen halen.

Doch zo vaak worden de goede voornemens niet volgehouden. Hoe komt dit?

Toekomstprojectie

Wat bepaalt of je slaagt, is sterk beïnvloed door de manier waarop je die doelen opstelt en hoe je in praktijk aan de slag gaat. Beide elementen zijn bepalend voor het volhouden en dit heeft vanzelfsprekend implicaties voor de lange termijn. En wanneer we ‘gewoontes’ willen aankweken, is lange termijn toch hetgeen we beogen?

Eén van de problemen met goede voornemens is dat ze meer gefocust zijn op de toekomst dan op het heden. Het is makkelijker om te zeggen dat je van plan bent om iets te veranderen dan om het effectief meteen te doen. Door (onbewust) meer in een verdere toekomst te denken, stel je ook vaak onrealistische doelen. Anderzijds: de reden dat je die doelen in de toekomst projecteert, is net omdat ze nu niet meteen haalbaar lijken.

En de toekomst ziet er vaak rooskleuriger uit. Je denkt bvb. van het minder druk te hebben als de kinderen groter zijn, dat het weer zal beteren in de lente waardoor je so-wie-so wel zal sporten dan (wishful thinking). Wanneer dat moment dan aanbreekt, duiken er tóch onverwachte struikelblokken op, waardoor het niet lukt je vooropgesteld actieplan toe te passen. Je kan de toekomst niet voorspellen, dus: stel niet uit, en focus op wat je nu kan, zelfs al is het minder dan dat je idealiter zou willen.

 

Het placebo- en nocebo-effect

Lukken of mislukken van goede voornemens heeft ook te maken met het placebo- en nocebo-effect. Het placebo-effect is het fenomeen, waarbij je door te geloven dat iets werkt, je de werkzaamheid ervan ook effectief laat stijgen. Het omgekeerde is het nocebo-effect: negatieve of pessimistische verwachtingen kunnen ook een negatievere uitkomst met zich meebrengen. Een bekend voorbeeld is dat het risico op het waarnemen van neveneffecten van medicatie verhoogt, als je die neveneffecten kent of vreest.

De link met de goede voornemens is eenvoudig: als je onrealistische doelen zet en daarin faalt, zal het gevoel van ‘te falen’ de kans op verder falen vergroten. “Zie je wel dat het me nooit lukt.” Anderzijds: als kleinere, haalbare doelen vooropgesteld én behaald worden, verhoogt de verwachting van een nieuwe slaagkans, en daarmee ook effectief de slaagkans zelf.

Mijn werkwijze als diëtist stroomt hieruit voort: ik kan voor iemand anders niet invullen wat realistisch is. Dat laat ik uit jou zelf komen. Wat lijkt jou mogelijk? Op basis daarvan kunnen we samen concreet doelen en acties opstellen.

Het is ook noodzakelijk om dit geheel actief op te volgen. Kortstondig advies, zonder opvolging, is onvoldoende om gewoontes op lange termijn aan te kweken (Gardner B. et al, 2012). Lukken de initiële gestelde doelen niet of slechts gedeeltelijk, dan gaan we herevalueren en aftoetsen. Ik heb liever dat je bescheiden start en langzaam opbouwt, zodat je het voorgestelde patroon integreert in je leven over een langere periode. Zo lukt het beter om dit patroon ook te behouden.

Het is essentieel om hierbij mild te zijn voor jezelf en ‘fouten’ niet als negatieve ervaringen, maar als leerprocessen te zien. Leg de focus op wat wél gelukt is (en de factoren die daartoe bijdroegen). Bij zaken die niet lukten, identificeren we samen de struikelblokken en bekijken we hoe we die in de toekomst beter aanpakken.

Deze werkwijze is toepasselijk op alle vlakken die met ‘gewoontes aankweken’ te maken hebben, en bijgevolg ook met het vormen van een evenwichtig, gebalanceerd eetpatroon waarbij jij je goed voelt.

Wel opgelet: hoewel het noodzakelijk is de focus te leggen op haalbare, korte termijn doelen, is het ook van belang voor ogen te houden waarom die korte termijn doelen gezet worden. Onderzoek heeft immers aangetoond dat personen die lagere doelen zetten, mogelijk ook meer teleurgesteld gaan zijn in hun vooruitgang. Doordat ze op korte termijn eerder beperkte resultaten behalen, projecteren ze dit onwillekeurig toch op langere termijn. Deze negatieve keerzijde kan tenietgedaan worden door bewust en actief te reflecteren over de initiële doelen (Cho, C.K. & Cho, T.S., 2018).

Hier volgt terug uit dat een actieve, langdurige begeleiding van essentieel belang is.

 

 
Dus, heb je het voornemen om écht goede voornemens te nemen? Situeren die zich op voedingsvlak?

Boek dan je afspraak bij mij via de online agenda (bovenaan de Homepage), mail robbe.de.duffeleer@runningandmore.be of bel me op 0471 86 58 00. Dan gaan we samen aan de slag om voor jou de beste doelen op te stellen ... en op te volgen tot een succes, ook op termijn.

 

New year, new me – zo klinkt het keer op keer. Goede voornemens lijken een uitstekende manier om het jaar in te zetten, maar wat als die meer schaden dan baten?

Wat we beogen met ‘goede voornemens’, is het proberen vormen van goeie gewoontes.
An sich niets verkeerd hiermee: goed om doelen voor jezelf te zetten en het beste uit jezelf te willen halen.

Doch zo vaak worden de goede voornemens niet volgehouden. Hoe komt dit?

Toekomstprojectie

Wat bepaalt of je slaagt, is sterk beïnvloed door de manier waarop je die doelen opstelt en hoe je in praktijk aan de slag gaat. Beide elementen zijn bepalend voor het volhouden en dit heeft vanzelfsprekend implicaties voor de lange termijn. En wanneer we ‘gewoontes’ willen aankweken, is lange termijn toch hetgeen we beogen?

Eén van de problemen met goede voornemens is dat ze meer gefocust zijn op de toekomst dan op het heden. Het is makkelijker om te zeggen dat je van plan bent om iets te veranderen dan om het effectief meteen te doen. Door (onbewust) meer in een verdere toekomst te denken, stel je ook vaak onrealistische doelen. Anderzijds: de reden dat je die doelen in de toekomst projecteert, is net omdat ze nu niet meteen haalbaar lijken.

En de toekomst ziet er vaak rooskleuriger uit. Je denkt bvb. van het minder druk te hebben als de kinderen groter zijn, dat het weer zal beteren in de lente waardoor je so-wie-so wel zal sporten dan (wishful thinking). Wanneer dat moment dan aanbreekt, duiken er tóch onverwachte struikelblokken op, waardoor het niet lukt je vooropgesteld actieplan toe te passen. Je kan de toekomst niet voorspellen, dus: stel niet uit, en focus op wat je nu kan, zelfs al is het minder dan dat je idealiter zou willen.

 

Het placebo- en nocebo-effect

Lukken of mislukken van goede voornemens heeft ook te maken met het placebo- en nocebo-effect. Het placebo-effect is het fenomeen, waarbij je door te geloven dat iets werkt, je de werkzaamheid ervan ook effectief laat stijgen. Het omgekeerde is het nocebo-effect: negatieve of pessimistische verwachtingen kunnen ook een negatievere uitkomst met zich meebrengen. Een bekend voorbeeld is dat het risico op het waarnemen van neveneffecten van medicatie verhoogt, als je die neveneffecten kent of vreest.

De link met de goede voornemens is eenvoudig: als je onrealistische doelen zet en daarin faalt, zal het gevoel van ‘te falen’ de kans op verder falen vergroten. “Zie je wel dat het me nooit lukt.” Anderzijds: als kleinere, haalbare doelen vooropgesteld én behaald worden, verhoogt de verwachting van een nieuwe slaagkans, en daarmee ook effectief de slaagkans zelf.

Mijn werkwijze als diëtist stroomt hieruit voort: ik kan voor iemand anders niet invullen wat realistisch is. Dat laat ik uit jou zelf komen. Wat lijkt jou mogelijk? Op basis daarvan kunnen we samen concreet doelen en acties opstellen.

Het is ook noodzakelijk om dit geheel actief op te volgen. Kortstondig advies, zonder opvolging, is onvoldoende om gewoontes op lange termijn aan te kweken (Gardner B. et al, 2012). Lukken de initiële gestelde doelen niet of slechts gedeeltelijk, dan gaan we herevalueren en aftoetsen. Ik heb liever dat je bescheiden start en langzaam opbouwt, zodat je het voorgestelde patroon integreert in je leven over een langere periode. Zo lukt het beter om dit patroon ook te behouden.

Het is essentieel om hierbij mild te zijn voor jezelf en ‘fouten’ niet als negatieve ervaringen, maar als leerprocessen te zien. Leg de focus op wat wél gelukt is (en de factoren die daartoe bijdroegen). Bij zaken die niet lukten, identificeren we samen de struikelblokken en bekijken we hoe we die in de toekomst beter aanpakken.

Deze werkwijze is toepasselijk op alle vlakken die met ‘gewoontes aankweken’ te maken hebben, en bijgevolg ook met het vormen van een evenwichtig, gebalanceerd eetpatroon waarbij jij je goed voelt.

Wel opgelet: hoewel het noodzakelijk is de focus te leggen op haalbare, korte termijn doelen, is het ook van belang voor ogen te houden waarom die korte termijn doelen gezet worden. Onderzoek heeft immers aangetoond dat personen die lagere doelen zetten, mogelijk ook meer teleurgesteld gaan zijn in hun vooruitgang. Doordat ze op korte termijn eerder beperkte resultaten behalen, projecteren ze dit onwillekeurig toch op langere termijn. Deze negatieve keerzijde kan tenietgedaan worden door bewust en actief te reflecteren over de initiële doelen (Cho, C.K. & Cho, T.S., 2018).

Hier volgt terug uit dat een actieve, langdurige begeleiding van essentieel belang is.

 

 
Dus, heb je het voornemen om écht goede voornemens te nemen? Situeren die zich op voedingsvlak?

Boek dan je afspraak bij mij via de online agenda (bovenaan de Homepage), mail robbe.de.duffeleer@runningandmore.be of bel me op 0471 86 58 00. Dan gaan we samen aan de slag om voor jou de beste doelen op te stellen ... en op te volgen tot een succes, ook op termijn.